In het wild levende dieren opsporen en in veiligheid brengen is alleen toegestaan als er op korte termijn een bedreiging plaatsvindt! Op korte termijn is bijvoorbeeld als de volgende dag het lange gras gemaaid wordt. Om daarbij slachtoffers te voorkomen worden de dieren opgespoord, in veiligheid gebracht en voorkomen dat de dieren het perceel weer ingaan.
Het helpt als bekend is waar zich reeën ophouden en dan in het bijzonder het gedrag van de reegeiten. In de eerste weken bewaakt en 'verdedigt' de reegeit de reekalveren. Bijvoorbeeld zie je dan dat een reegeit opvallend, open en bloot, blijft staan. Ze lijkt het gevaar te negeren en benadert zelfs aanwezige honden. Hier kan al in de weken voor het maaien op worden gelet. Heb je de indruk dat een reegeit zich 'laat' zien dan is dat een teken om extra alert te zijn op reekalveren in het perceel.
Voor het opsporen van dieren is het opsporen van nesten, eieren en dieren met sensoren ontwikkeld. De sensoren zijn aan de machine of een drone bevestigd. De drone of machine ziet met de warmtebeeldsensor de hotspots. Die vormen een aanwijzing voor de verblijfplaats van een dier.
Deze methode maakt het inmiddels mogelijk om de locaties vast te leggen en de medewerker te informeren dat een hotspot is gevonden. Waardoor deze kan worden veiliggesteld door vastzetten of in veiligheid brengen. De dieren kunnen worden vastgezet om te voorkomen dat deze zich verplaatsen of teruggaan in het te maaien perceel. Vastzetten doe je bijvoorbeeld onder een grote mand of boodschappenkrat.
Als je het reekalf in veiligheid wilt gaan brengen bedenk dan vooraf waar je vermoed dat de reegeit is. In die richting kun je dan het reekalf wegleggen. Dat hoeft niet precies. De gehoorafstand reegeit tot reekalf is wel 150 meter. Bedenk wel dat als de reekalveren al wat groter zijn deze onmiddellijk terug willen gaan in de hun vertrouwde omgeving!
Laat je niet weerhouden!
Het in veiligheid brengen geeft enorm veel stress en geeft voor de reegeit storende geuren af. Toch wordt slechts één op de vier (25%) van de in veiligheid gebrachte reekalveren door de moeder verstoten. Dit percentage nog veel lager worden als je zorgt dat de jonge dieren door de reegeit herkend worden. Die kans neemt aanzienlijk toe als de geur van het reekalf minder storend is. Daar kun jij bij helpen.
Zorg dat het dier zo min mogelijk met vreemde voorwerpen in aanraking komt.
Draag tijdens het opsporen en in veiligheid brengen van wilde dieren geen nieuwe, net gewassen handschoenen maar gebruik min of meer vergeten handschoenen, dozen, zakken en ander gereedschap. Dat ontstaat als deze buiten de verpakking in de buitenlucht worden bewaard. Daarnaast pluk voordat je het reekalf oppakt lang gras of bladeren en zorg dat deze tussen het dier en de hulpmiddelen, u, komen tijdens het oppakken en in veiligheid brengen! Als de dieren in veiligheid zijn gebracht kan direct met het maaien worden begonnen. Vaak lukt dat niet en ontstaat het risico dat de dieren teruglopen in het te maaien perceel.
Wij zelf zijn inmiddels dol op vastzetten onder een mand, er omheen maaien en dat de maaier het reekalf vrijlaat na het maaien.
Daar waar niet met drones mag worden gevlogen kan met vrijwilligers de percelen worden afgezocht. Helaas worden dan niet alle reekalveren gevonden.
Er zullen altijd dieren in de maaimachine omkomen. Maar we kunnen het aantal slachtoffers beperken.