Het aantal aanrijdingen met wild, zoals reeën en wilde zwijnen, is hoog in Nederland. Grote vraag is wie betaalt de schade. We stellen vast dat die vraag niet zo makkelijk te beantwoorden is ...
Een aanrijding met een dier is in de eerste plaats vooral vervelend, zowel voor mens als dier, benadrukken de auteurs in hun rapport dat in opdracht van de Dierenbescherming is opgesteld. De gevolgen kunnen voor beide partijen zelfs fataal zijn en leveren daarnaast vaak veel schade op. Grote vraag is wie voor die schade aansprakelijk is.
Hoe wild is wild?
Volgens de auteurs is daar geen eensluidend antwoord op te geven. Probleem is allereerst dat niet altijd duidelijk is wat nou precies onder ‘wild’ wordt verstaan. Is een hert dat in particulier bezit is, juridisch gezien nog wel een ‘wild dier’? En hoe zit dat met dieren die niet van nature in Nederland voorkomen, maar wel in ons land in een afgezet natuurgebied leven? Omdat het begrip ‘wild’ in diverse wetten op verschillende manieren wordt gebruikt, verdient het volgens de auteurs aanbeveling dat de wetgever duidelijker definieert wat wild is. Op basis daarvan kan de aansprakelijkheidsvraag ook makkelijker worden beantwoord.
Van wie?
Een ander probleem is dat dieren die in een aanwijsbaar gebied leven, vaak van niemand zijn. In zo’n geval zijn er volgens de auteurs drie aansprakelijkheidsopties. De eerste is aansprakelijkheid voor een beheerder die een beheertaak heeft verzaakt, bijvoorbeeld omdat er te veel dieren in de omgeving rondlopen. De tweede optie is een wegbeheerder aansprakelijk te stellen, die onvoldoende actie heeft ondernomen tegen mogelijk gevaar van een veelgebruikte oversteekplaats voor wild. Lastig bij dit soort situaties is als er meerdere beheerders zijn of als er geen duidelijke afspraken zijn over weg- of gebiedsbeheer. In dat laatste geval moet volgens de auteurs op basis van objectieve criteria (zoals ernst van de schade, de waarschijnlijkheid daarvan en de zorg in voorzorgsmaatregelen) worden bekeken wie als eerste aansprakelijk kan worden gesteld. De derde optie is het aansprakelijk stellen van de gebiedsbeheerder, bijvoorbeeld als sprake is van het ontbreken van een hek of wildrooster.
Als dieren in volledige vrijheid leven (en dus niet aan een bepaald gebied zijn gebonden), zijn er twee aansprakelijkheidsopties: de aansprakelijkheid van de overheid met een beheermogelijkheid en het aansprakelijk stellen van de wegbeheerder. Pas wanneer aansprakelijkheid is vastgesteld, kan worden gekeken of de automobilist eigen schuld treft.
Als onduidelijk blijft wie aansprakelijk is voor verkeersschade met wild, kan volgens de onderzoekers worden overwogen een (overheids)fonds (analoog aan het Faunafonds) in te stellen, waaruit verzekeraars en individuele automobilisten een gemaximaliseerde schadevergoeding kunnen ontvangen.