Botsing met ree

Bijgewerkt: 2024-08-01T07:55:00+01:00

Afbeelding: Ree slachtoffer aanrijding
  • Zorg voor veiligheid van jezelf en anderen.
  • Bel de politie ( tel. 0900 88 44 )
  • Ga het dier niet achtervolgen of zoeken.
  • Handel rustig en terughoudend.
  • De politie regelt de deskundigen, zoals een erkend nazoekteam
  • Het nazoekteam handelt de wildaanrijding af
  • De materiële gevolgen regel je later!

Gewond zijn en dood gaan horen bij het reeën leven. Voor de natuur is het namelijk belangrijk dat alle fases van het leven plaatsvinden. Mocht u desondanks iets aan de situatie willen doen: Dan is het goed te weten dat u een beschermd dier als het ree, niet mag doden, uit het leiden verlossen of verplaatsen.

Wel kunt u de situatie aan de natuurbeheerder melden. Is de situatie het gevolg van een ongeval dan is het advies om op de plaats van het ongeval te blijven en contact op te nemen met de politie. De exacte locatie helpt om ter plaatse te komen. Rapporteer zo precies mogelijk de plaats van het ongeval met straatnaam, hectometerpaaltje en huisnummer en nadere herkenningspunten zoals kruising, verkeersbord of een opvallende boom. Daarmee helpt u tijd te besparen en er nog meer ongelukken gebeuren of slachtoffers vallen.
LET OP: Tijdens een reddingsactie ziet een gewond dier jou als een dreigend gevaar, kan zich daarom dood houden en vanuit die situatie plotseling reageren en daarbij een zeer gevaarlijk situatie creëren. Wees voorzichtig: Dek zo mogelijk de ogen af waardoor het dier geen bewegingen meer ziet.

Het aantal aanrijdingen met wild, zoals reeën en wilde zwijnen, is hoog in Nederland. Grote vraag is wie betaalt de schade. We stellen vast dat die vraag niet zo makkelijk te beantwoorden is ...

Een aanrijding met een dier is in de eerste plaats vooral vervelend, zowel voor mens als dier, benadrukken de auteurs in hun rapport dat in opdracht van de Dierenbescherming is opgesteld. De gevolgen kunnen voor beide partijen zelfs fataal zijn en leveren daarnaast vaak veel schade op. Grote vraag is wie voor die schade aansprakelijk is.

Hoe wild is wild?
Volgens de auteurs is daar geen eensluidend antwoord op te geven. Probleem is allereerst dat niet altijd duidelijk is wat nou precies onder ‘wild’ wordt verstaan. Is een hert dat in particulier bezit is, juridisch gezien nog wel een ‘wild dier’? En hoe zit dat met dieren die niet van nature in Nederland voorkomen, maar wel in ons land in een afgezet natuurgebied leven? Omdat het begrip ‘wild’ in diverse wetten op verschillende manieren wordt gebruikt, verdient het volgens de auteurs aanbeveling dat de wetgever duidelijker definieert wat wild is. Op basis daarvan kan de aansprakelijkheidsvraag ook makkelijker worden beantwoord.

Van wie?
Een ander probleem is dat dieren die in een aanwijsbaar gebied leven, vaak van niemand zijn. In zo’n geval zijn er volgens de auteurs drie aansprakelijkheidsopties. De eerste is aansprakelijkheid voor een beheerder die een beheertaak heeft verzaakt, bijvoorbeeld omdat er te veel dieren in de omgeving rondlopen. De tweede optie is een wegbeheerder aansprakelijk te stellen, die onvoldoende actie heeft ondernomen tegen mogelijk gevaar van een veelgebruikte oversteekplaats voor wild. Lastig bij dit soort situaties is als er meerdere beheerders zijn of als er geen duidelijke afspraken zijn over weg- of gebiedsbeheer. In dat laatste geval moet volgens de auteurs op basis van objectieve criteria (zoals ernst van de schade, de waarschijnlijkheid daarvan en de zorg in voorzorgsmaatregelen) worden bekeken wie als eerste aansprakelijk kan worden gesteld. De derde optie is het aansprakelijk stellen van de gebiedsbeheerder, bijvoorbeeld als sprake is van het ontbreken van een hek of wildrooster.

Als dieren in volledige vrijheid leven (en dus niet aan een bepaald gebied zijn gebonden), zijn er twee aansprakelijkheidsopties: de aansprakelijkheid van de overheid met een beheermogelijkheid en het aansprakelijk stellen van de wegbeheerder. Pas wanneer aansprakelijkheid is vastgesteld, kan worden gekeken of de automobilist eigen schuld treft.

Als onduidelijk blijft wie aansprakelijk is voor verkeersschade met wild, kan volgens de onderzoekers worden overwogen een (overheids)fonds (analoog aan het Faunafonds) in te stellen, waaruit verzekeraars en individuele automobilisten een gemaximaliseerde schadevergoeding kunnen ontvangen.

Afbeelding: Verkeersbord wij steken zomaar over


Wegbeheerders nemen verkeersmaatregelen langs wegen met wildaanrijdingen.

Als deze er zijn is dat een signaal dat ter plaatse een verhoogd risico is op een aanrijding met grotere in het wild levende dieren. We raden aan die aanwijzingen niet te negeren: Rijd bewust. Je bent in een risico volle, gevaarlijke, situatie.

Bij bijna alle vormen van verkeersmaatregelen neemt dat risico na plaatsing weer toe. Er kan zelfs een averechts effect optreden. De dichtheid neemt door de bescherming toe waardoor er een 'migratiedruk' ontstaat die leidt tot een meer gebruikte fauna-oversteekplaats. Dat leidt dan weer tot toenemende gewenning aan de eerst goed werkende verkeersmaatregel.

Andersom komt het ook voor dat mensen die gewaarschuwd worden nooit een gevaarlijke situatie hebben meegemaakt maken en minder voorzichtigheid worden.

Die hindernis c.q. waarschuwing wordt dan niet meer als barrière ervaren. Dat noemen we gewenning. De gevaarlijke situatie van voor het aanbrengen van de verkeersmaatregel is terug of hoogstwaarschijnlijk zelfs verergerd. Door de dan hogere dichtheid en hogere snelheden ontstaat er zelfs een hoger aantal en meer dramatische aanrijdingen.

Het tijdelijk effect van de verkeersmaatregel is op te vangen door de verschillende varianten af te wisselen of gebruik te maken van een elektronisch wildwaarschuwingssysteem. De laatste signaleert het wild en waarschuwt de automobilist.

Cookies instellen