Kijk de video: Capreolus capreolus: Reeënsprongen in Nederland
https://www.over-reeen.nl/Portals/0/afbeeldingen/video/capreolus_capreolus_reeensprongen_in_nederland_720.webp
https://www.youtube.com/watch?v=6et4AZJL7GI
Enting Films maakte in opdracht van Vereniging Het Ree deze film over de leefomstandigheden en de levenscyclus van het ree.
Geproduceerd door: Enting Films

2017-11-23T00:00:00+01:00

Ons advies: Neem een uur van je tijd. Geniet van deze prachtige documentaire over reeën (Enting Films)

Diersoort: Europees ree

Bijgewerkt: 2024-08-23T13:15:00+01:00

Tekening: Ree naast damhert, edelhert, eland


Hoe kan ik de herten in Nederland goed van elkaar onderscheiden?.

Het Europees ree
Het ree is klein: schouderhoogte ongeveer 70 cm. Het gewei is ook klein en wordt niet veel langer dan 25 cm en heeft onder normale omstandigheden nooit meer dan drie zijtakken per stang. Het gewicht ligt rond de 25 kg: een waarde die sterk afsteekt tegenover het gewicht van het Edelhert.

Het damhert
Het damhert is niet zoals het ree en edelhert inheems, maar is eeuwen geleden geïmporteerd uit zuidelijker landen. Damherten zijn kleiner dan edelherten: de schouderhoogte ligt zo'n 30 cm hoger dan het ree. Het meest opvallende kenmerk wordt door de mannelijke dieren gedragen, het schotelvormige gewei. Daarnaast damherten hun hele leven stippen in hun vacht en bij het vluchten, een karakteristieke manier. Ze huppen dan min of meer tegelijkertijd op alle vier poten, waarbij de staart op en neer zwaait.

Het damhert is het meest bekend omdat het veel in gevangenschap wordt gehouden. Maar zij komen inmiddels ook in de natuur voor, op de Veluwe, in de Amsterdamse Waterleidingduinen en op Walcheren. De meeste damherten die daar leven zijn donker gekleurd en minder opvallend gespikkeld als hun soortgenoten die als parkherten worden gehouden.

Het edelhert
De mannelijke herten bereiken een schofthoogte van zo'n één meter dertig en een gewicht van 75 tot 125 kilogram. Zij zijn daardoor de grootste hertensoort van ons land. De vrouwelijke dieren, hindes, zijn kleiner. Alleen mannetjes dragen een gewei van stangen die wel een meter lang kunnen worden en die samen ongeveer acht kilogram wegen. De geweistangen zijn vertakt.

Gebieden met edelherten zijn jarenlang met afrasteringen van de landbouwgronden afgeschermd. In de overige gebieden mochten de dieren niet voorkomen. Tegenwoordig probeert men de de dieren wat meer de ruimte te geven.

De eland
De mannetjes elanden, stieren, bereiken een schofthoogte van één meter tachtig tot twee meter vijfentwintig. Deze enorme dieren hebben een opvallend brede snuit. Naast de enorme omvang is het gewei van de stier groot, tot circa twee meter in doorsnede.

De eland kwam vroeger in de moerassen van Nederland voor. Elanden komen nu alleen nog als gehouden dieren voor.

Tekening: Reebok reegeit, reekalveren van Europese ree (Capreolus capreolus)


Het Europese ree is een schijnhert van het geslacht Capreolus.

Een belangrijk kenmerk van een diersoort is dat deze zich kan voortplanten en kruisingen tussen soorten maar zelden voorkomen.

In het leefgebied van het ree komen ook andere grote dieren voor eland, wild zwijn, edelhert, wisent, damhert, wild rund, wild paard, rendier, gems, steenbok, muskusos, moeflon, wilde waterbuffel, halfezel (kulan / onager) en saiga-antilope. Hoe past het ree in deze dierenwereld?

De bij de soort horende kenmerken bepalen dat deze te onderscheiden is van andere dieren. Zulke kenmerken zijn bijvoorbeeld het gedrag, het aanwezig zijn van een geraamte, de wijze van jongen grootbrengen, de vorm van de poten of zoals bij het ree het vrijwel ontbreken van de staart. Als dat onderscheid minder duidelijk is vormt dit een teken dat de dieren mogelijk verwant zijn met elkaar.

Kenmerken van het ree zijn bijvoorbeeld dat het geraamte van botten, wervels en de schedel de belangrijkste organen beschermen. Waaronder die die ervoor zorgen dat jonge reeën geboren worden. Een ander kenmerk is dat de jonge reeën de eerste weken leven van melk die zij bij de reegeit uit het lichaam zuigen. Je reeën ook kennen aan het aantal hoeven per poot. Het ree heeft aan elke poot een even aantal hoeven (4). Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld een paard dat een oneven aantal hoeven (1) heeft.

Dit soort kenmerken verklaren de plek die reeën hebben gekregen binnen het dierenrijk.

Taxonomie van het ree

Rijk

Dieren

Animalia

Stam

Chordadieren

Chordata

Klasse

Zoogdieren

Mammalia

Orde

Evenhoevigen

Artiodactyla

Familie

Hertachtigen

Cervidae

Onderfamilie

Schijnherten

Capreolinae

Soort

Ree

Capreolus capreolus


Chordadieren
Chordadieren omvat alle dieren die, althans in aanleg, een elastische, weefsel-achtige streng hebben die langs de gehele rug van het dier loopt, de chorda. Bij de gewervelde dieren zoals het ree, is die streng stevig door een serie ruggenwervels.

Zoogdieren
Dit zijn alle dieren die na de geboorte gezoogd worden. Wat wil zeggen dat ze in de eerste periode van hun leven worden gevoed met melk van de moeder. Tot de zoogdieren behoren bijv. ook mensen, katten, beren, zeehonden, walvissen en vleermuizen.

Evenhoevigen en herkauwers
Samen met koeien, schapen, geiten, antilopen, wildebeesten, kamelen, giraffen en herten behoren reeën tot de herkauwers. Die herkauwers vormen samen met de varkens en nijlpaarden de orde van de evenhoevigen.

Evenhoevigen kenmerken zich door het hebben van een even aantal tenen met daaraan hoeven. Er bestaat ook een orde van de onevenhoevigen. Daaronder vallen dieren zoals paarden, ezels en zebra’s.

Hertachtigen
Hertachtigen (Cerviden) herken je aan het gewei. Geweien worden ieder jaar afgeworpen en opnieuw gevormd. Dit in tegenstelling tot de Holhoornigen (Boviden) zoals koeien en schapen die horens bezitten. Die horens groeien om een levende kern die jaar op jaar groter wordt.

Een ander verschil tussen hertachtigen en holhoornigen is dat bij hertachtigen meestal alleen de mannelijke dieren geweien dragen (met uitzondering van de rendieren) terwijl bij de hoorndragers als regel beide geslachten horens bezitten. Meestal omdat het soms voorkomt dat ook bij reegeiten een gewei groeit.

Schijnherten
Hertachtigen is verder verdeeld in onderfamilies. Die zich bijvoorbeeld onderscheiden in het gebruik van hun leefomgeving en het samenleven met andere diersoorten. Of zoals bij reeën omdat de soort geen staart heeft.

Afbeelding kop reebok Siberisch ree (Capreolus pygargus)


Naast het Europese ree komt in het oostelijke deel van het verspreidingsgebied een ander soort ree voor; het Siberisch ree( Capreolus pygargus ).

Het Siberisch ree werd eerst (Pallas, 1777) beschouwd als een ondersoort van het Europese ree. De naam was toen Capreolus capreolus pygargus, Het Siberisch ree wordt nu echter gezien als een aparte soort.

De scheiding tussen de twee soorten wordt gevormd door het Kaukasus gebergte, klein Azië en Noord-west Iran. Sommige bronnen waaronder Stubbe, beweren dat in het overgangsgebied kruisingen tussen de twee soorten voorkomen.

Capreolus capreolus onderscheid zich van C. pygargus (Siberisch ree) door een kleiner lichaam, schedel en gewei, door kleurverschillen van kop en geurklieren en door minder B-chromosomen.

Metingen* aan elf verschillende populaties van C. capreolus en vergeleken met negen populaties van C. pygargus gaven als resultaat:

 

Capreolus capreolus

Capreolus pygargus

Lengte van neus tot puntje staartbot

 

107-126 cm

 

126-144 cm

 

Schofthoogte

 

66-83 cm

 

82-94 cm

 

Gewicht

22-32 kg

32-48 kg

Lengte van de schedel

18-20 cm

20-23 cm

Maximum lengte van de geweistangen

18-26 cm

28-34 cm

Chromosomen

70

70 +
1-14 B-chromosomen

Leefgebied

Europa tot Kaukasus gebergte

Azië tot Kaukasus gebergte


Het Siberische ree kent één, erkende, ondersoort, het Tienschan ree, dat in het zuidoosten van Rusland en China voorkomt. Deze ondersoort is tot op 3000 meter boven zeeniveau waargenomen. Het Siberische ree en met name het Tienschan ree, legt enorme afstanden tussen het winter- en zomerleefgebied af. In het Amoergebied zijn jaarlijkse trektochten door hele kuddes (van sprongen is geen sprake meer) van 100 tot 600 reeën over een afstand van 200 tot 300 en soms zelfs van 400 kilometer waargenomen. Dit alles om winterse omstandigheden en sneeuw te ontvluchten en in de zomer de beste laveiplaatsen weer op te zoeken. Dit gedrag lijkt een belangrijke overlevingsstrategie in de ontwikkeling van het ree.

De wetenschappelijke naam van het ree dat in Nederland voorkomt is Europees ree met de wetenschappelijk naam Capreolus capreolus.

Waar komt de naam Capreolus vandaan? Komt het misschien van het woord capriolen (=bokkesprongen). Dat is ons nog niet duidelijk. Wel hebben we elders in het Kenniscentrum Reeën een lijst met de naam voor het ree in een andere taal.

Uitspreken
Een eenvoudige Nederlandse naam zoals Jan of Marie is voor ons makkelijk en foutloos uit te spreken. Minder voorkomende namen zoals Capreolus zijn moeilijk goed uit te spreken. Belangrijk is vooral de klemtoon op de goede plaats te leggen.

De klemtoon moet op de é liggen. Bij Capreolus wordt echter in negen van de tien gevallen de klemtoon op de ó gelegd. Het is dus Capréolus en niet Capreólus. Probeer het maar eens Capréolus in plaats van Capreólus! Het is even oefenen maar dan kun je de wetenschappelijke naam van het Europese Ree goed uitspreken.

Europees Ree
Capreolus capreolus Linnaeus, 1758
Cervus capreolus Linnaeus, 1758:68. Type locality "Sweden."
Cervus capreolus albus Kerr, 1792:302. Type locality "Franche Comté, France."
Capreolus vulgaris Fitzinger, 1832:317. Type locality "Austria."
Capreolus caprea Gray, 1843:176. Renaming of Cervus capreolus Linnaeus, 1758.
Cervus capreolus plumbeus Reichenbach, 1845:3 Type locality 'Germany."
Cervus europaeus Sundevall, 1846: 184. Renaming of Cervus capreolus Linnaeus, 1758.
Capreolus vulgaris niger Fitzinger, 1874:247. Type locality "Germany."
Capreolus vulgaris varius Fitzinger, 1874:247. Type locality "Germany'."
Capreolus transsylvanicus Matschie, 1907:224. Type locality "'Bana, Rumania."
Capreolus capreolus balt ie us Matschie, 1910:263. Type locality "Wichertshof, East Prussia."
Capreolus capreolus albicus Matschie, 1910:263. Type locality "Jesziorki, near Lissa, Poland."
Capreolus capreolus rhenanus Matschie. 1910:263. Type locality "Rouffach, Haut-Rhin, France."
Capreolus capreolus thoui Lonnberg, 1910:297. Type locality "Aberfeldy, Scotland."
Capreolus capreolus canus Miller, 1910:460. Type locality "Quintanar de la Sierra, Burgos, Spain."
Capreolus capreolus warthae Matschie, 1912:801. Type locality "Dombrowo, east of Beuthen, Poland."
Cervus (Capreolus) capreolus cistaunicus Matschie, 1913:139. Type locality "Dunnwald, north of Cologne, Germany."
Cervus (Capreolus) capreolus transvosagicus Matschie, 1913:139. Type locality "Staufen, in the Vosges, Eastern France."
Capreolus capreolus decorus Cabrera, 1916: 175. Type locality "El Vierzo, Province of Leon, Spain."
Capreolus capreolus armenius Blackler, 1916:78. Type locality "Sumela, 30 miles south of Trebizond, N. E. Asia Minor."
Capreolus capreolus joffrei Blackler, 1916:79. Type locality "Ferrieres, near Paris, France."
Capreolus zedlitzi Matschie, 1916:272. Type locality "Slonim, Poland."
Capreolus coxi Cheesman and Hinton, 1923:608. Type locality "Zakho, Kurdistan, N. W. Persia." This locality is in what is now northern Iraq.
Capreolus capreolus italicus Festa, 1925:1. Type locality "R. Tenute di Castelporziano, Central Italy."
Capreolus capreolus grandis Bolkay, 1925:14. Type locality "Neighbourhood of Sarajevo, Yugoslavia."
Capreolus capreolus whittali Barclay, 1936:405. Type locality "near Alemdagh, 15 miles from Moda, Istambul."
Capreolus capreolus garganta Meunier, 1983:147. Type locality "La Garganta, 60 km north of Cordoba, South Spain."

Algemene samenvatting van bovenstaande. Capreolus capreolus is op dit moment monotypic (Sokoiovet al., 1992)

Bron: MAMMALIAN SPECIES No. 538, Capreolus capreolus

Vaak hoor je mensen spreken en schrijven over het ree anderen over de ree. Blijkbaar halen de deskundigen de ree en het ree door elkaar.

Hoe zit dat nu feitelijk?

In de Woordenlijst Nederlandse Taal staat: ree(dier), de en het, reeën [ree·en], reetje [ree·tje]

Zowel de als het kunnen gebruikt worden. Dit komt door het niet gebruiken, vervagen, van het woordgeslacht. Met de lidwoorden de en het wordt namelijk bepaald of een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. De staat voor mannelijk of vrouwelijk en het voor onzijdig. In het geval van reeën is het dus de reebok of de reegeit en het reekalf.

Als het woord ree wordt gebruikt is dit moeilijker en vaak niet geslacht gerelateerd. In dat geval wordt het, in combinatie met ree, gebruikt. Maar als wel duidelijk is om welk geslacht het gaat hoor je het lidwoord de te gebruiken. Bijvoorbeeld: De ree droeg een gewei of de ree gaf het reekalf melk. Beter is het dan de reebok of de reegeit te schrijven.

Om het nog wat moeilijker te maken wordt ree ook gebruikt als soortnaam. Ook hier is sprake van vervagen van het woordgeslacht. Als we de regels consequent zouden doorvoeren is de juiste combinatie het soort en het ree.

In het Kenniscentrum proberen we het bovenstaande toe te passen. Graag horen we of we dit onjuist hebben gedaan.

Afbeelding: eland
Afbeelding: wisent
Afbeelding: rund
Afbeelding: paard
Afbeelding: edelhert
Afbeelding: damhert
Afbeelding: ree
Afbeelding: wild zwijn


Grote dieren in Nederland
in verhouding tot elkaar

Cookies instellen