Het gewei bij reeën

Afbeelding: Reebok zonder gewei, afgeworpen

 

Afbeelding: Reebok met eerste aanzet bastgewei
Afbeelding: Reebok met knop bastgewei
Afbeelding: Reebok met gaffel bastgewei
Afbeelding: Reebok met zesender bastgewei
Afbeelding: Reebok met zesender bastgewei volgroeid
Afbeelding: Reebok met net geveegd zesender gewei

Ontwikkeling van het gewei

Bijgewerkt: 2025-12-16T10:00:00+01:00

Het gewei van een reebok is een jaarlijks terugkerend botuitsteeksel dat groeit op twee vaste knobbels van het voorhoofdsbeen: de rozenstokken. Tijdens de groei is het gewei bedekt met een doorbloed huidweefsel, de bast, dat voedingsstoffen aanvoert. Aan de basis van het gewei bevindt zich de roos, een krans van 'parels' die ontstaat door stuwing tijdens de groei. De rozenstokken blijven het hele leven aanwezig en vormen elk jaar opnieuw het uitgangspunt voor een nieuw gewei.

Afb.: Reeënsprong waarvan de reebokken met gewei in de bast
Afb.: Reeënsprong waarvan reebokken met gewei in de bast

 

Jaarcyclus

Bij het ree verloopt de cyclus paralel aan de voortplantingscyclus en is uniek. De paartijd (bronst) vindt plaats in juli en augustus. Het afwerpen van het oude gewei gebeurt daarna verspreid tussen late herfst en winter. Kort daarop begint de groei van het nieuwe gewei. De ontwikkeling van een gewei duurt per individu ongeveer drie maanden of korter, afhankelijk van conditie en leefgebied. Daardoor is er spreiding in het moment waarop we bast geweien en volgroeide geweien kunnen aantreffen:

  • Oudere bokken kunnen al in oktober of november afwerpen en in februari of maart een volgroeid gewei hebben.
  • Reebokkalveren zijn afhankelijk van hun conditie en hebben soms pas in maart–begin april een volgroeid gewei. Voor hen start dan pas de ontwikkeling van het gewei voor dat seizoen, waardoor het minder compleet is.

Afwerpen

Na de bronst daalt het testosterongehalte. Hierdoor wordt mogelijk de verbinding tussen rozenstok en gewei geactiveerd en komt tot leven: vocht en groeistoffen stuwen nieuw weefsel omhoog en deze verzwakken de verbinding met het oude gewei. Door deze stuwing breekt het oude gewei gemakkelijk af bij schuren in de vegetatie of afschudden met de kop, het afwerpen.


Bastfase

Direct na het afwerpen sluit zich de bast op de rozenstokken. Onder deze bast groeit de nieuwe stang snel uit. De bastfase duurt bij het ree ongeveer drie maanden per individu. De groei is afhankelijk van de hormoonspiegel en van de conditie van het dier, die vooral in de periode na de bronst wordt opgebouwd.


Volgroeid en territorium

Wanneer het gewei volledig is gemineraliseerd, verliest de bast zijn functie. Door de stijgende testosteronspiegel wordt de bloedtoevoer anders, waardoor de bast afsterft, opdroogt en krimpt. De bast valt hierdoor meestal vanzelf van het gewei af tijdens andere activiteiten waaronder het vegen.

Het moment van geweiontwikkeling valt samen met het hormonale keerpunt: van lage testosteronwaarden na de bronst naar een stijging in het voorjaar. Die stijging maakt ook dat reebokken hun territorium gaan markeren met geur en zichtbare sporen, het vegen. Tijdens dat vegen  verdwijnen resten van de bast, verdwijnen de harde randen van parels en groeven en krijgt het gewei de door de natuur bepaalde kleur. 


Hormonen en leefomstandigheden

Testosteron stuurt de hele cyclus: daling na de bronst leidt tot afwerpen, stijging in het voorjaar tot bastverlies, harde hoorn en vegen. Andere hormonen en de daglengte beïnvloeden het ritme. Voeding en rust in de periode augustus–november zijn belangrijk voor de kwaliteit van het volgende gewei.

Afb.: Geweiontwikkeling, teelbalactiviteit, hormoonspiegel
Afb. Geweiontwikkeling, teelbalactiviteit, hormoonspiegel

De meest voorkomende vorm van een volwassen, volgroeid, reeëngewei is de zesender, met drie enden per stang: voorend, achterend en eind. Andere vormen zijn:

  • Spitser: geen aftakkingen
  • Gaffel: twee enden per stang
  • Knopbok: rozen met knoppen

In uitzonderlijke gevallen komen achtenders of meer voor.

Afbeelding: Opbouw ree gewei
Afb.: Opbouw  zesender gewei van ree


Bijzonderheid: pruikengewei. Het mannelijk geslachtshormoon testosteron, dat onder andere door de testikels wordt geproduceerd, heeft veel invloed op de geweigroei. Als het testosterongehalte langdurig laag blijft tijdens de groei wordt de bast niet afgestoten. Het gewei groeit door in een misvormde, permanent met bast bedekte massa. Dit kan leiden tot ernstige problemen voor het dier.

Onderzoek toont aan dat bokkalveren die jong gecastreerd zijn geen gewei ontwikkelen. Als de testikels van bokken beschadigd raken nadat ze al een gewei hebben gezet, groeit hun gewei vaak langer door, soms zelfs zonder dat het wordt afgeworpen, het zogenoemde pruikengewei.

Zeer zelden groeit er, waarschijnlijk door dezelfde hormonale invloed, bij een reegeit een geitengewei.

Voor meer informatie:
Das passiert am Kolben

De rozenstokken groeien vooral in de eerste drie levensjaren: ze worden dikker en veranderen van sponsachtig naar compact bot. Daarna blijven ze langzaam dikker worden, terwijl de stangen korter worden. Samen met de complexiteit van het gewei geeft dit een globale indicatie van leeftijd. Voor een betrouwbare inschatting is het nodig om ook lichaamsconditie, gebit en gedrag mee te nemen.

Elk jaar werpen reebokken hun geweistangen af als gevolg van de start van de groei van een nieuw gewei. In tegenstelling tot eerdere opvattingen is er nog geen duidelijke relatie aangetoond tussen leeftijd en het tijdstip van afwerpen.

Cookies instellen