Voedsel en rust zijn belangrijke element in het leven van een ree. Reeën hebben een voorkeur voor rust door begroeiing. Onderzoek naar het gedrag van reeën heeft aangetoond dat het dier de begroeiing gebruikt als beschutting of dekking om mogelijk gevaar te ontwijken.
Een ree kan ook vertrouwd raken met regelmatig voorkomende, niet bedreigende, activiteiten. Als voorbeeld kennen we reeën in stedelijke gebieden, op vliegvelden, langs wegen en naast crossterreinen. De regelmaat van de niet bedreigende activiteit en de aanwezige reeën zorgen dat er een generatie reeën ontstaat die heeft geleerd met de activiteit om te gaan. De reeën bevestigen daarmee dat regelmaat een vorm van rust voor hen is!
Rust betekent voldoende afstand tot gevaar dan wel voldoende tijd om met een vreemde activiteit om te leren gaan.
Daar waar met dit verschijnsel rekening wordt gehouden zie je reeën, zelfs in een stad als Rotterdam. Als mensen en hun huisdieren geen vast patroon hebben in het gebruik van de begroeiing dan vormt deze geen beschutting meer. Met als gevolg dat het ree niet de nodige rust kan vinden. Dat is de reden dat in veel bossen rondom steden geen reeën worden gezien. Daarom kan gesteld worden dat honden laten struinen, vee onbeperkt laten grazen, wild-crossende mountainbikers, geocaching, nachtelijke droppings en jagen zorgen voor onrust. Bij het ontstaan van zo’n onrust nemen de risico’s op ongelukken toe.
Onrust is echter ook een natuurlijke invloed op een populatie reeën. Zo beïnvloed onrust de aanwas en sterfte van het ree. Grote grazers zoals koeien en paarden, andere diersoorten zoals het edelhert, wilde zwijn, de wisent en jagers zoals mens, lynx en wolf beïnvloeden de draagkracht voor het ree. De eerste plek waar onrust tot uiting komt is in het toenemend aantal aanrijdingen in het verkeer en waarnemingen van vluchtende reeën overdag.
Rust of zoals u wilt onrust, is daarmee de belangrijkste factor een reeënpopulatie waar bezoekers en beheerders van natuur aan bij kunnen dragen.