De Omgevingswet, die sinds 1 januari 2024 van kracht is, integreert de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn om planten, dieren en hun habitats in Nederland te beschermen. De wet benadrukt de zorgplicht voor de fysieke leefomgeving, omvat landschappen en natuur en vereist dat iedereen die mogelijk schadelijke activiteiten onderneemt, deze gevolgen voorkomt of minimaliseert.
In die lijn past het voorkomen van slachtoffers tijdens het bewerken van landerijen zoals in N2000-gebieden.
De termen “nadelige gevolgen” en “aanzienlijk nadelige gevolgen” beschrijven de impact van activiteiten op de fysieke leefomgeving. Bij aanzienlijke schade moet de activiteit mogelijk worden beperkt of nagelaten. Van de uitvoerder wordt een ecologische scan verwacht. De uitvoerder van een ecologische scan moet kennis hebben van wetgeving, deskundig zijn, kwalitatieve apparatuur gebruiken, communiceren met het bevoegd gezag en creatieve oplossingen bieden.
Speciaal aangewezen gebieden vereisen extra aandacht en mogelijk ontheffingen voor bepaalde activiteiten.
Beleidsvormende organisaties zoals het Rijk en de Gedeputeerde Staten zijn verantwoordelijk voor het goedkeuren van faunabeheerplannen en het verlenen van ontheffingen. Uitvoerende eenheden zoals Faunabeheereenheden en Wildbeheereenheden stellen faunabeheerplannen op en werken samen met lokale en nationale overheden voor duurzaam beheer.
De internationale Rode Lijst categoriseert plant- en diersoorten op basis van bedreigingsniveau en is cruciaal voor beleidsontwikkeling en natuurbeheer. Hoewel de internationale lijst geen juridische status heeft zijn de soorten die in de Rode Lijst Omgevingswet zijn opgenomen sinds 1 januari 2024 beschermd.
De provinciebesturen hebben specifieke taken voor het behoud van natuurlijke habitats en soorten, en het toezicht op het beheer van watersystemen. Zo moeten zij maatregelen treffen voor Natura 2000-gebieden en bijzondere nationale natuurgebieden. Waaronder het coördineren en de uitvoering van taken door gemeenten en waterschappen.
Het coördineren en faciliteren geldt ook voor de Faunabeheereenheden. Zo kan de elke provincie ontheffing verlenen aan in de Omgevingswet vermelde uitvoeringsorganisaties (Faunabeheereenheden) om met drones slachtoffers van maaien te voorkomen zoals ook ontheffing werd verleend aan enkele natuurbeschermingsorganisaties in N2000 gebieden.
Dit is voor zover wij weten, anno 2024, nog door geen enkele provincie gefaciliteerd.
Voor het beschermen van in het wild levende dieren is onderzoek en advies nodig over de impact van elke voorgenomen activiteit in de leefomgeving. Als activiteiten schadelijk zijn voor een beschermde soort moeten mitigerende maatregelen worden genomen. Zo’n onderzoek en advies kan gepaard gaan met het aanvragen van vrijstellingen of vergunningen en het uitvoeren van ecologische quickscans.
Het beheren van een natuurgebied heeft invloed op de omgeving en speelt een cruciale rol in het in stand houden van het ecosysteem inclusief het samenleven met de mens. Hoe voorkom je ongewenste invloeden? ‘Ongewenst’ is de factor mens in natuurbeheer. De mens verwacht informatie en motivatie, flexibiliteit en aanpassingsvermogen.
Wat zijn de vragen voor de uitvoerders van activiteiten met risico voor natuur? Die ervoor zorgen dat we als mensen mitigerende maatregelen nemen om voldoende in het wild levende dier- en planten te behouden.
Een voorbeeld van zo’n mitigerende maatregel is om drones in te zetten om slachtoffers van werkzaamheden te voorkomen. Die ontheffing zou mits aan de voorwaarden wordt voldaan ook kunnen geleden voor de Faunabeheereenheden. Faunabeheereenheden zijn in de Omgevingswet vermelde uitvoeringsorganisaties.
Om de bescherming van Rodelijst soorten te waarborgen tijdens activiteiten, dienen de volgende vragen, voor het betreffende gebied, te worden beantwoord om de juiste maatregelen nemen:
- Zijn er indicaties dat er Rodelijst soorten aanwezig zijn in het gebied van de geplande activiteit?
- Welke soorten op de Rode Lijst zijn aangetroffen in het gebied?
- Wat is de huidige Staat van Instandhouding van deze soorten in het gebied?
- Geldt voor het gebied of een deel van het gebied een extra beschermde status?
- Welke Rode Lijst soort is als doelsoort (indicator) vermeld?
- Welke maatregelen zijn gepland om die Rode Lijst soorten en hun leefgebied te behouden en te beschermen?
- Hoe wordt de effectiviteit van de compensatiemaatregelen gemonitord en geëvalueerd?
- Wat is afgewogen om de impact op de soorten en hun leefgebied te minimaliseren?
- Welke bronnen zijn geraadpleegd om de antwoorden te bevestigen?
- Indien de Staat van Instandhouding niet stabiel of verbeterend is, welke compensatiemaatregelen zijn overwogen?