De leefomgeving van het ree gaat over de omstandigheden waarin zij leven en waarop zij invloed hebben.
"Reeën gedijen goed daar waar een catastrofe heeft plaats gevonden. Daar waar het bos is omgewaaid, afgebrand of door insecten is opgegeten, of daar waar overstromingen zijn geweest. De plek waar de natuur zich reset, er licht op de bodem komt en één- en tweejarige planten uit de grond schieten. Op het licht en de voedingsstoffen reageren namelijk alle planten. Jonge klimopjes, hulst, jonge eikjes, berkjes, bramen, frambozen, wilgen, populieren, etc, etc" (bron: G.J. Spek, Natuurlijk! Fauna Advies)
Het ree past zich gemakkelijk aan. Het ontwikkeld zich dus ook op vergelijkbare plaatsen, daar waar mensen de natuur met rust laten,de natuur ruimte krijgt en licht op bodem wordt gecreëerd bijv. door houtkap. Het ree heeft is zelf ook een invloed in de leefomgeving.
De leefomgeving van het ree bestaat uit voedsel, rust en dekking. Het ree vindt die omstandigheden meestal in en om een terrein met dekking in de vorm van struiken of hoge kruidachtige planten of op akkers en weiden op grote afstand van voor hen gevaarlijke situaties.
De termen leefomgeving, leefgebied, revier, homerange, territorium, biotoop, habitat, verspreidingsgebied worden vaak gebruikt voor het gebied waar een ree of reeën wonen. Vaak heerst daardoor, ook onder vaklieden, verwarring. Die verwarring kan tot verkeerde conclusies lijden. Voordat we dieper ingaan in de leefomgeving van het ree is het daarom handig de begrippen te leren kennen.
(naar: Territorial verhalten beim Rehwild)