“Valwild” verwijst naar alle dieren die in de vrij in de natuur leven en die sterven of gewond raken door een botsing, verdrinking, stroperij, of op natuurlijke wijze (ouderdom, ziekte). Het kan ook specifiek verwijzen naar reeën bijvoorbeeld het ree dat is gestorven als gevolg van koude of ongunstige weersomstandigheden.
Het is over het algemeen verboden om uit de natuur afkomstige dieren die niet eigendom zijn onder je te hebben of te verhandelen.
Het opzettelijk aanrijden van een beschermd dier mag niet. Het is een verboden activiteit volgens de Omgevingswet. Het aldus per ongeluk in bezit nemen van het dier is niet toegestaan. Dus laat het dier, valwild, waar het is!
Er zijn echter bepaalde uitzonderingen en vrijstellingen, bijvoorbeeld voor dieren waar legaal het eigendom van is verkregen in het buitenland of in Nederland door beheer en schadebestrijding, populatiebeheer, jacht of op grond van een ontheffing van gedeputeerde staten van de provincies of jacht.
Het is belangrijk om op te merken dat de afhandeling van valwild zorgvuldig moet worden georganiseerd en gedaan. Vooral omdat er verschillende methoden worden gebruikt in verschillende provincies in Nederland. Het is ook essentieel dat degenen die betrokken zijn bij de afhandeling van valwild, zoals jagers, over de juiste opleiding en verzekering beschikken.
Eén en ander is gereguleerd via de Wet dieren, Omgevingswet en de Aanvullingswet natuur Omgevingswet
Onverminderd artikel 18.1 en artikel 117 van het Wetboek van Strafvordering kan Onze Minister voor … voor dieren, eieren, planten, hout of producten daarvan, onverwijld, maatregelen treffen op kosten van de eigenaar, vervoerder, verhandelaar, importeur of diens gemachtigde als die in strijd met het bepaalde bij of krachtens deze wet binnen het grondgebied van Nederland zijn gebracht. Die maatregelen moeten zijn in overeenstemming met de doeleinden van het CITES-verdrag.
Die Minister kan beslissen dat levende dieren, behorend tot een in het wild levende soort die van nature in Nederland voorkomt en waarvan kan worden aangenomen dat zij zich in de natuur kunnen handhaven, in hun natuurlijke leefomgeving in vrijheid worden gesteld, op kosten van de eigenaar of van degene die deze dieren onder zich heeft.
Heikel punt is dan het eigendom.