Schade door reeën

Bijgewerkt: 2024-11-06T14:00:00+01:00

Het ree komt van nature in Nederland voor. Door een groot aantal menselijke activiteiten en invloeden staat het voortbestaan onder druk. Daarom is de bescherming van het ree sinds 1 januari 2024 onderdeel van de Omgevingswet.

Het ree komt voor in gebieden die door mensen worden gebruikt voor de teelt van allerlei gewassen. Het ree maakt daar gebruik van. Hoe kostbaarder en/of intensiever de teelt hoe groter die invloeden zijn op de inkomsten. Verlies aan inkomsten of waarde door natuurverschijnselen is bijna onvermijdelijk. Soms is dat verlies veroorzaakt door één dier dat iets van je op eet bijvoorbeeld een ree. Het verlies voedsel of inkomsten is dan schade.

Wilt u, willen wij, de natuur behouden dan moeten we, als consumenten, op zijn minst de inkomstenderving betalen. Zo niet is het aan de benadeelde er alles aan te doen om de invloed van het beschermde dier te voorkomen. Echter zonder de soort in kwestie schade toe te brengen. Het is namelijk alleen als de populatie van de soort dat toestaat mogelijk ontheffing te krijgen om het beschermde dier te doden. Als de schade een structureel probleem wordt is populatie-beheer één van de mogelijkheden.

De meeste schade wordt veroorzaakt door vraat aan plantendelen. De schade is groot als de reeën zich te goed doen aan bloemen, fruit en vruchten.

Afbeelding: Reeën verstoor je niet door op de paden te blijven


Verder bestaat de schade in bos, boom- en fruitteelt uit het vreten van eindknoppen en -scheuten. Door deze vraat lijdt het beoogde doel met de planten. Reeën hebben een voorkeur voor bepaalde boomsoorten. Met name fruit dragende soorten en bomen zoals eik, beuk, linde, es, esdoorn, abbiës, grove den, douglas en fijnspar. Minder belangstelling bestaat voor lariks en sitkaspar. Helemaal geen interesse heeft het ree voor populieren, elzen en berken.
Als de jonge scheuten hoger zitten dan ongeveer één meter en twintig centimeter dan is het risico op die schade nagenoeg voorbij. Die boom is dan nog wel kwetsbaar voor het markeren en vegen met het gewei. De bast van de betreffende boom wordt regelmatig tot op de sapstroom beschadigd waardoor deze ter plaatse wordt onderbroken. Daarbij maakt het ree minder onderscheid in soorten en meer in doorsnede van stam en twijgen op ongeveer één meter hoogte.

De meeste schade wordt veroorzaakt door het verkeer. Bij circa 6500 aanrijdingen per jaar met reeën en de kosten die gepaard gaan met de afhandeling van ongevallen van zeker €1000 per aanrijding komen we al snel op een bedrag van 6,5 miljoen euro. In deze grove berekeningen zijn dan nog niet de kosten van de afhandeling van het ongeval en medische kosten meegenomen.

Andere schade wordt veroorzaakt door vraat en vegen aan plantendelen.

De schade door reeën aan bosaanplant en -verjonging bestaat in de regel uit het afvreten van eindloten die belangrijk zijn voor de hoogtegroei van de boom en het beschadigen van de bast van voor productie bestemde bomen.

Plaatselijk kan de teelt van in eerste instantie economisch aantrekkelijke gewassen tot een enorme last worden. Bijvoorbeeld in de teelt van rozenbottels voor bloemstukken, á 10 cent per trosje. Indien dit wordt gedaan in een voor reeën ideaal leefgebied dan is er een grote kans dat er veel minder opbrengst zal zijn als in een gebied zonder reeën. Met name in rozenbottels voor de bloemsierkunst kan in een korte periode voor duizenden euro’s schade optreden.

Afbeelding: Geveegd jong boompje


Breng de schade in kaart!

Dit kan via de website: Tegemoetkoming aanvragen BIJ12 

Er zijn twee redenen om de schade in kaart te brengen namelijk:

  • Om de maatregelen tegen reeën (de veroorzakers) te onderbouwen en te kunnen nemen zoals afrasteren, het beïnvloeden van de hoeveelheid reeën of een ander gewas telen.
  • Om de tegemoetkoming voor de gedupeerde te berekenen.

Verder kan met de registratie van schade aangetoond worden dat er problemen dreigen te ontstaan. Zodat er al vroeg nagedacht kan worden over oplossingen.

Het is in het belang van de wilde dieren als van de gedupeerden dat een zo reëel mogelijk beeld van de schade wordt geregistreerd.

Een tekort aan inzicht in samenhang tussen voedselaanbod en hoeveelheid reeën kan tot hoge schade leiden zelfs als de dichtheid relatief laag is. Want reeën zijn bloemenliefhebbers.

Afbeelding: Geen stress, geen schade. Een zwarte reebok en rode reegeit knabbelen rustig hun kostje bij elkaar


Schade door reeën hangt af van het beschikbaar zijn van voedsel, rust en dekking in hun leefomgeving. Onrust zorgt voor een verhoging van de voedselbehoefte en concentratie van reeën in bijvoorbeeld jonge bosaanplant, een boomgaard, een boomkwekerij of een rozenbottelkwekerij. Daar kunnen de dieren een aanzienlijke schade veroorzaken. Grootschalige verstoringen in hun leefomgeving kunnen lokaal leiden tot volledig mislukken van een aanplant of oogst.

Het beperken van de mogelijkheden voor reeën door bijvoorbeeld uit rasteren van schade gevoelige percelen leidt tot een verhoogd risico op schade in de resterende leefomgeving. In feite wordt door het plaatsen van zo'n omheining het leefgebied verkleind en daardoor de reeëndichtheid in het resterende gebied verhoogd. Dit leidt tot een negatieve spiraal van schade en beschermende maatregel en leidt tot versnippering van het landschap en uiteindelijk tot verdwijnen natuur in onze leefomgeving. Dus: Het plaatsen van (dure) technische voorzieningen leidt ertoe dat de reeëndichtheid in het overige gebied relatief snel toeneemt. Met als gevolg meer schade aan en verdwijnen van natuur.

Dat vraagt om schade blijven registreren en onderzoeken of en waar schade kan gaan optreden en daarbij passende maatregelen te nemen. Bij maatregelen die samenhangen met voedsel moet men in acht nemen dat als de verhouding voedsel staat tot rust en dekking verandert men vooraf goed moet overwegen of dit tot schade leidt.

Het terugbrengen van de dichtheid reeën tot een dichtheid die past bij de nieuwe situatie heeft al vaak geleid tot een acceptabel schadebeeld. Een tijdelijke maatregel kan bestaan uit het afleidend aanbieden van voedsel in de vorm van verjonging natuur in de omgeving. Dit doet je bijvoorbeeld door de omstandigheden voor de heesters te verbeteren. Deze zullen daardoor uitlopen en voor reeën waardevol voedsel leveren. Het is bijvoorbeeld in het blijvende bos van groot belang dat de ondergroei niet wordt verwijderd maar bewust wordt verjongd.

Ook kan men in een schadegevoelig gebied een grote hoeveelheid boompjes en struiken planten of beschermen zodat voldoende exemplaren door de kwetsbare fase in hun leven komen. Een boompje kan men beschermen door deze te voorzien van een manchet of draadkoker. Er zijn ook andere afweermiddelen in de handel zoals geurstoffen die men op de planten kan aanbrengen.

Bij een rigoureuze activiteiten in het landschap zowel stadsuitbreiding als natuurontwikkeling is het belangrijk dat er goed wordt samengewerkt tussen terreinbeheerders, eigenaren van schade gevoelige teelten, wegbeheerders en faunabeheerders. De faunaschade wordt daardoor beter voorzien en beperkt.

Een dichtheid aan reeën handhaven die past bij de lokale omstandigheden is één van de maatregelen bij beheren reeën en de beste maatregel om schade natuurlijk te beperken.

Cookies instellen