Kijk de video: Leven met Reeën
https://www.over-reeen.nl/Portals/0/afbeeldingen/video/samenleven_met_reeen_720.jpg
https://www.over-reeen.nl/Portals/0/video/samenleven_met_reeen.mp4
Geproduceerd door: Vereniging Het Reewild en EntingFilms
Geschreven door: Donald Buitendorp, Victorine Latz, Andre Janse
Camera: Luc Enting
Montage: Sascha Odufré
Mixage: Marc Dubbeldam
Voice over:Will van Selst
Mogelijk gemaakt door: Parenco Hout bv.
2008-12-31T00:00:00+01:00

Voortplanten reeën

Bijgewerkt: 2024-08-21T16:05:00+01:00

Afbeelding: Beslaan van Reegeit door Reebok


De voortplantcyclus van een ree duurt bijna twee jaar. Vanaf het moment van de bevruchting tot het geslachtsrijp worden van het reekalf.

In juli begint de voortplanting met de paartijd die tot half augustus duurt. Deze periode wordt de bronst genoemd.

Dit geldt niet voor elke reegeit. Die reegeiten die in de bronst nog niet vruchtbaar waren zijn soms ook na de bronst bereid te paren. Sommige reebokken kunnen dat, gezien de hormoonspiegel, tot begin november doen. Dat paren na de feitelijke bronst wordt nabronst genoemd.

De reebok is vruchtbaar op basis van hormonen die een relatie lijken te hebben met de teelbal-activiteit en de ontwikkeling van het gewei.

Afbeelding: Geweiontwikkeling, teelbalactiviteit, hormoonspiegel

Afb. Geweiontwikkeling, teelbalactiviteit, hormoonspiegel


Vruchtbaar wordt een reegeit(kalf) als zij een levend-gewicht bereikt van 11 kilo. Dergelijke reegeiten zijn soms nog in die herfst bij het begin van de bronst direct tot paren bereid. Andersom kan het ook zijn dat een reegeit door omstandigheden pas na de bronst vruchtbaar worden. Voorbeelden vooromstandigheden zijn het laat krijgen van reekalveren of laat geslachtsrijp worden. ook dan is er kans op nabronst.

In de bronst zoekt de reegeit de reebok op en gaat daarvoor soms ver buiten haar leefgebied. Waarna de reebok de reegeit minuten lang kan achtervolgen (drijven) en er kringen in de vegetatie ontstaan. Uiteindelijk wordt er dan gepaard, vindt de bevruchting plaats en begint de draagtijd van het ree.

Na enkele dagen komen de bevruchte eicellen in de baarmoeder en begint een vier en een halve maand durende periode waarin de vruchten weinig groeien, de vertraagde implantatie. Vanaf midden december volgt dan de ontwikkeling tot reekalveren.

Kijk de video: Bronst - Drijvende en parende reeën
https://www.over-reeen.nl/portals/0/afbeeldingen/video/de_bronst_420.jpg
https://www.over-reeen.nl/portals/0/video/de_bronst.mp4
Geproduceerd door filmer: Luc Enting
Gepubliceerd door: Vereniging Het Ree

2008-08-01-08T00:00:00+01:00

Uniek voor hertachtigen, bij reeën, is de heel langzame ontwikkeling van de vrucht in de eerste maanden. De vertraagde implantatie, kiemvertraging of diapauze is een boeiend biochemische verschijnselen in de natuur rond de zeer jeugdige eicel in de reegeit. Het is een natuuroplossing om te overleven tijdens barre klimatologische omstandigheden.

Je weet vast waar het bij de voortplanting om gaat: de reegeit wordt gedekt door de reebok. In de reegeit zijn de eitjes uit de eierstok door de eisprong of ovulatie loskomen en door capillaire zuiging op reis door de eileiders.

Door het dekken komen de zaadcellen (spermatozoïden) bij de reebok los en wringelen zich via de vagina en de tweehoornige baarmoeder (uterus) van de reegeit naar de eileiders. De miljoenen zaadcellen ontmoeten bij hun opmars de eicellen in de eileiders.

Zij gaan daar met hun kopjes op staan met de staart omhoog. Iedere zaadcel probeert door de eicelwand heen te dringen en scheidt daarbij een stof af, die de wand doorlaatbaar maakt. Tenslotte ziet één zaadcel kans door de eicelwand heen te komen en met de kern van de eicel te versmelten. De feitelijke bevruchting. Bij die ene zaadcel per eicel blijft het. Door verharding van de eicelwand, misschien ook chemisch, wordt de toegang geblokkeerd.

De bevruchte eicel is het eerste stadium van nieuw leven, de embryo.

De embryo's reist naar de baarmoeder en komen in het uiteinde van een baarmoederhoorn. De eicel is dan al gegroeid van één naar 20 á 30 cellen, de morula.

Bij het ree gebeurt er dan iets bijzonders er treed een vertraging op in de ontwikkeling. De embryo is kleiner dan één millimeter en nestelt zich niet in. Het ontwikkelt zich in de periode augustus tot december tot een embryo van circa honderd cellen (kiemblaasje). Eind december begint dan een snelle groei van tussen de tien en vijfentwintig dagen waarin de cel zich hecht aan de baarmoederwand en de feitelijke ontwikkeling tot een foetus en reekalf begint. Bij deze ontwikkeling spelen de gele lichamen (corpora lutea) die overblijven na de eisprong hoogst waarschijnlijk een rol. Ze blijven namelijk in tegenstelling tot andere dieren groot en zichtbaar gedurende de periode dat de ontwikkeling van de vrucht vertraagd is.*

Hoe dan?
Bij de zoogdieren nestelt de vrucht zich in de baarmoederwand doordat vanuit het kiemblaasje de moederkoek (placenta) begint te ontwikkelen die zich nestelt in de baarmoederwand. Bij reeën gebeurt dit pas na ongeveer vijf maanden. In de tussentijd verblijft het in een melkachtige baarmoedervloeistof. Voor 1990 dacht men dat dit werd veroorzaakt doordat het hormoon prolactine ontbreekt.** En dat dit misschien beïnvloed werd door lichamelijke veranderingen van de reegeit onder invloed van licht (foto-periodiciteit) of het verminderde ultraviolet-gehalte van het zonlicht.** Men heeft ontdekt dat de 'communicatie' tussen embryo en moederlichaam tot stand komt door een eiwit dat de vrucht maakt.

In diezelfde periode is onderzoek verricht naar de theorieën dat fotoperiodiciteit invloed heeft op hormoonproductie en of die hormoonspiegel de groei van het prille leven ingang zet. Uit de onderzoeken is gebleken dat de fotoperiodiciteit geen invloed heeft op de hormoonspiegels en dat de hormoon hoeveelheid pas toeneemt nadat de vrucht begint te groeien en de 'communicatie' met het moederlichaam is gestart.*

'Communicatie'
Rond 1990 is ontdekt dat vanuit het buitenste laagje cellen van het embryo, dat uiteindelijk de moederkoek (placenta) vormt, een signaal (RNA), wordt afgegeven dat er voor zorgt dat het embryo het eiwit Pregnancy Associated Glycoproteïne (PAG) afscheid. PAG wordt 'opgevangen' door ontvangers (receptoren) in het baarmoederslijmvlies. Dat signaal zorgt er voor dat het moederlichaam hormonen begint te vormen* die een versnelling van de groei van het embryo ingang zet. De vrucht gebruikt de uitwisseling van PAG's en hormonen om de placenta te ontwikkelen. Die zich vervolgens verbindt met de baarmoederwand. Niet lang na deze ontdekking ontdekte men het dat het een voor het ree specifiek eiwit is, het roe deer Pregnancy Associated Glycoproteïne (rdPAG).

Daarmee is het nog niet duidelijk wat ervoor zorgt dat dit pas in december plaatsvindt. Onderzoekers* gaan er vanuit dat embryonale programmering hiervoor zorgt. Men denkt dat het embryo een ingebouwde klok heeft die de binnenste celmassa activeert om rdPAGs aan te maken. De vraag is dan hoe werkt die klok? Wie of wat is dan de wekker? Dat is nog niet duidelijk.

Het is nog steeds mogelijk dat factoren om het embryo heen ervoor zorgen dat het embryo geen 'communicatie' kan opzetten met het moederlichaam. Meer waarschijnlijk is het dat het embryo in het stadium voor het kiemblaasje nog niet instaat is het signaal (RNA) af te geven. Het groeit immers, langzaam. Wat zorgt er nu voor dat het embryo zich vertraagd ontwikkeld van 30-cellig stadium tot 100-cellig stadium. De onderzoekers van Universiteit Aberdeen schrijven dat na een lichte stijging van progesteron in augustus de hormoonspiegel daalt tot een niveau net voldoende om de cel in leven te houden. Is dat de oorzaak? Wat veroorzaakt dan die verlaagde hormoonspiegel? Er is nog veel te onderzoeken.

* A pregnancy-associated glycoprotein (PAG) unique to the roe deer and its role in the termination of embryonic diapause and maternal recognition of pregnancy, School of Biological Sciences, University of Aberdeen
** Capreolus, 2000, Auteur: Wil Huygen

Afbeelding: Reegeit in verwachting


Als begin augustus de bronst van het ree voorbij is begint de tijd dat de reegeit 'in verwachting' is, de draagtijd.

Deze draagtijd duurt ongeveer tien maanden (293 dagen +/- 7 dagen*)

Uit onderzoek is gebleken dat de reegeit die voor de eerste keer een vrucht draagt een kortere draagtijd kan hebben (280 dagen) en de ervaren reegeit wel tot 312 dagen het reekalf draagt. De verklaring zit hoogstwaarschijnlijk in het moment van vruchtbaar worden.

Eind december begint de snelle groei van het embryo. In een periode van tussen 10 en 25 dagen hecht het embryo zich aan de baarmoederwand en de moederkoek begint te groeien. De moederkoek zorgt voor het transport van zuurstof en voedsel naar de embryo's. Naarmate het embryo groter wordt komt het los in de baarmoeder te liggen voorzien van een navelstreng en omhuld door vruchtwater en een vruchtvlies. Dat vlies bevat het vruchtwater waar het embryo in zweeft en dat een zekere bescherming biedt tegen stoten van buitenaf.

* The pre-oestrus signal, variations in pregnancy length and photoperiod manipulation of pregnant roe deer does, Department of Zoology, University of Aberdeen

De reekalveren worden van april tot juli geboren. Dat krijgen van een reekalf noemen we zetten. Uit onderzoek blijkt dat het eerste reekalf eind maart gevonden kan worden.

Grafiek: Reekalf markeringen (Oostenrijk)

Grafiek: Reekalf markeringen (Oostenrijk)

De plaats waar de reegeit het reekalf in het leefgebied zet is door de reegeit bepaald. Gedurende drie weken trekt de reegeit zich terug en verdrijft ze andere reeën uit het gebied. Soms overlappen de gebieden waar reegeiten hun reekalf zetten. In dat geval zijn de reegeiten meestal naaste familie.

Kenmerken van de 'kraamkamer' van het ree zijn dat het vaak een beschutte plek is met een bosrand en ondergroei zoals struiken of het is een knie hoge vegetatie zoals een hooigrasland met ruigte kruiden. Uit verschillende studies is gebleken dat in gebieden die alleen bestaan uit bomen veel minder reekalveren worden gevonden als in die leefgebieden waar bossen en kruidachtige vegetaties elkaar afwisselen. De overlevingskans in deze afwisselende gebieden wordt sterk beïnvloed door maaien en het voorkomen van maaislachtoffers.

Na de geboorte wordt het reekalf door de reegeit droog gelikt en de geboorteplek zorgvuldig schoongemaakt. Dat doet ze onder andere door de nageboorte op te eten. Men vermoedt dat de reegeit dit doet om zo weinig mogelijk geur achter te laten.

Afbeelding: Reekalf liggend in de ruigte

Als het reekalf geboren is is het dagelijks contact tussen reegeit en reekalf beperkt tot het melk drinken en de ontlasting stimuleren het zogenoemde zogen.

Het pasgeboren reekalf vindt in korte tijd de tepels. Het zogen gebeurt diverse malen per dag en duurt in het begin niet langer dan een minuut.

De melk van het ree heeft een aanzienlijk hoger vetgehalte dan koemelk. De samenstelling veranderd gedurende de periode dat de reegeit de melk geeft, de lactatieperiode. De melk van reeën lijkt nog het meest op de melk van geiten. Die kennis wordt door reeënopvangcentra gebruikt. Tijdens het zogen wordt de anaalstreek en de buik van het reekalf door de reegeit gelikt. Hierdoor wordt de afscheiding van ontlasting opgewekt. De ontlasting wordt in de eerste dagen door de reegeit opgegeten.

Het enkele minuten zogen wordt in enkele maanden wel een halfuur, waarbij het in die tijd ook likt aan de omgeving zoals strooisel, aarde, bast van bomen. Na een week knabbelt het al aan planten. Dit 'snoepen' zal het jonge ree gedurende het hele leven blijven doen om het juiste voedsel te selecteren.

Elk reekalf ontwikkelt zich snel en verliest in ongeveer 10 weken de kenmerkende bambi-look van schutkleuren. De reekalveren gaan al even snel over op zelf gevonden voedsel. Veel sneller als bijvoorbeeld de kalveren van edelherten.

In enkele weken veranderd ook het achterlaten door de reegeit en drukken door het reekalf naar kort vluchten en heimelijk wegsluipen, een kenmerkend gedrag van reeën. De relatie van het reekalf met de zogende reegeit is dan stabiel. Het reekalf is aan het opgroeien tot volwassen ree en leert omgaan met extreem weer, predatie en menselijke activiteiten zoals verkeer en landbouw.

Foto: Reegeit met twee kalveren waarvan de stippen in de vacht inmiddels zijn verdwenen

Bij hoefdieren die in grote groepen in hun leefgebied rondtrekken zoals edelherten, leren moeder en kind elkaar in korte tijd kennen. Waarna het jonge dier al snel met de kudde mee trekt. Bij andere zoogdieren worden de jongen nog niet volledig toegerust, vaak in een hol of nest, geboren. Het ree zit hiertussen in.

In de eerste weken leeft het reekalf vanuit een schuilplaats. Die levensfase van geboorte tot volgen van de reegeit duurt ongeveer drie weken. Gedurende die eerste weken is verstoppen en drukken de manier waarop het reekalf zich tegen gevaar beschermd. En om aan drinken te komen maken ze geen onderscheid tussen de eigen moeder en andere dieren. Dat leidt tot verassende taferelen. Reegeiten zijn daarbij ook niet moeilijk en zijn, tot in de derde week, bereid een vreemd reekalf onder hun hoede te nemen. Tijdens deze periode kan een reekalf van moeder wisselen. Zo kan er een reegeit met vier reekalveren worden gezien die van duidelijk verschillende leeftijd zijn. Na die drie welken is de relatie tussen het jong en de ouder stabiel en begint de 'opvoeding' van de reekalveren.

Het reekalf bepaalt zelf waar ze verborgen is. Dat is vaak onder struiken of in lang gras. De reegeit weet wel waar zij haar kits heeft achtergelaten maar weet niet waar ze liggen. Hoort het reekalf de reegeit of iets anders wat daarop lijkt dan meldt het reekalf zich bijvoorbeeld om te drinken. Dat melden kan het uitstoten van geluiden zijn; het zogenaamde fiepen. Meestal komen er dan één of twee jonge reeën tevoorschijn maar soms dus ook drie of meer. Dagelijks zijn de reegeit en het reekalf maar gedurende een korte tijd bij elkaar. Hoewel de band moeder en kind sterker wordt gedurende die eerste weken wordt het reekalf ook steeds zelfstandiger. Zo zie je de reegeit regelmatig alleen of met maar één kalf. Dat komt omdat elk reekalf veel tijd aan rusten besteed en een iets ander dagritme heeft. Als het reekalf een leeftijd van ca. 10 weken heeft bereikt is het dagritme gelijk. Het reekalf komt dan ook steeds vaker in contact met andere reeën. Het reekalf vormt zo met de andere reeën een sprong en kan opgroeien tot volwassen ree. Het dier is daardoor minder kwetsbaar. Als het reekalf een half jaar oud is wordt het zogen duidelijk minder tot het helemaal stopt. Het reekalf is dan al vrij zelfstandig en het gedrag lijkt op dat van volwassen reeën. Spelenderwijs wordt allerlei gedrag eigen, zoals imponeren, dreigen en het tonen van onderdanigheid.

De relatie in de sprong duurt tot in het volgende voorjaar de reegeit weer een reekalf gaat zetten. Als eerste verbreekt het reebokkalf, dat op dat moment bijna één jaar oud is, de band met de sprong. De jaarling verdwijnt uit het leefgebied van de sprong en zwerft rond op zoek naar een eigen territorium. Daarbij wordt deze afhankelijk van zijn conditie wel of niet gedoogd in het territorium van andere reebokken. Het reegeitkalf en de territoriale reebok worden door de reegeit verlaten die dan de 'kraamkamer' opzoekt om de volgende generatie reeën te zetten.

Het ree heeft optimale leefomstandigheden in de herfst nodig.

De kwaliteit van de leefomstandigheden van augustus tot december is van doorslaggevende betekenis in de ontwikkeling van het ree. We zien dit aantoonbaar terug in het hele leven van het ree. Zo heeft het bijvoorbeeld invloed op de ontwikkeling van het embryo via foetus tot reekalf. Ook is vastgesteld dat als het reekalf in de herfst geen gewicht van 12,5 kg heeft, het een achterstand in reserves krijgt die het dier minder weerbaar maakt in de strijd om het bestaan. Als er geen betere omstandigheden in de nazomer en herfst komen blijft het dier achter bij het ree dat in een beter habitat leeft.

Gebleken is dat als een reekalf het ideaal gewicht niet heeft bereikt er 50% kans is dat het overlijdt als gevolg van wintersterfte. In de winter is namelijk slecht verteerbaar voedsel er de oorzaak van dat de opgenomen energie minder is dan het energieverbruik.

Een normaal ontwikkeld ree is op de leeftijd van één jaar geslachtsrijp. Het ree kan dan deelnemen aan de voortplanting.

Een slecht ontwikkelde reegeit wordt soms pas na de bronst geslachtsrijp en in de na-bronst gedekt of slaat een jaar over. Het komt ook voor dat bij een reegeitkalf een embryo in de baarmoeder wordt aangetroffen. Dit komt omdat het reegeitkalf in de perfecte omstandigheden al in de herfst vruchtbaar wordt en in de na-bronst kan worden beslagen. Hierdoor wordt aangenomen dat ook het reebokkalf al in de herfst vruchtbaar kan zijn. Zeker is dat als hij één jaar is gaat deelnemen aan de voortplanting. Waarbij hij voor de paring niet veel kans krijgt van de oudere bokken als de leefomstandigheden in de herfst slecht waren.

Op een leeftijd van twee jaar is een ree ook lichamelijk volwassen. De omvang en het gewicht kunnen dan op basis van de omstandigheden in de herfst nog toe nemen tot op een leeftijd van ongeveer vijf jaar. Daarna is het dier niet alleen lichamelijk volwassen maar ook een representatie van het landschap waarin het ree is groot geworden.

Tekening: Reegeit met twee reekalfjes met stippen in de vacht.
Cookies instellen