Reeën zien maar beperkt kleuren maar veel beter contrast. Daardoor kunnen zij in het donker veel beter als mensen zien en kunnen zij bewegingen uitstekend waarnemen. Een volkomen stilstaand mens wordt door een ree niet herkend, de geringste beweging maakt het echter wantrouwend. Het gevolg van die onzekerheid is dat het ree geruime tijd gaat staan kijken (zekeren). Soms laat het ree dan de kop zakken alsof het staat te grazen, maar het houdt ons dan goed in de gaten. Af en toe tilt het snel de kop op, werpt het de kop op. De geringste beweging doet het ree dan vluchten.
Het gezichtsveld van het ree is groot. Het kan door de zijdelings geplaatste ogen nagenoeg alles rondom zichzelf zien, een panorama. Om te begrijpen hoe reeën zien is het handig te begrijpen hoe je zelf ziet. Ga daarvoor bijvoorbeeld naar de website van Neurokids (http://neurokids.nl). En gebruik daar de knop "verken" om het nodige te lezen en te leren omtrent de wereld van het brein, neuronen en zintuigen.
Hoe zien reeën?
Licht is energie die wij kunnen zien. Kleuren zijn onderdeel van dat licht. Die energie maakt dat licht trilt. Het oog 'voelt' een deel van dat verschil in energie. Het oog 'ziet' dat verschil als kleuren.
Die trillingen kun je vergelijken met de golven die ontstaan als een steen die in het water valt. Het oog heeft zeer kleine lichtgevoelige organen die de trillingen meer of minder goed kunnen voelen. Dat verschil in voelen komt mogelijk door de vorm van de organen, kegeltjes en staafjes. De kegeltjes reageren op een beperkt deel van de golflengtes licht en de staafjes op de totale hoeveelheid 'golfjes'. Het voelen en gebruiken van wat de kegeltjes en staafjes doen noemen we 'zien'.
Er zijn drie typen kegeltjes in het oog van de mens. Daardoor kunnen wij kleuren zien die je kunt maken met rood, geel en blauw.
Reeën hebben twee typen kegeltjes. Zij missen de kegeltjes waarmee je rood goed kunt zien. Reeën zien dan ook alleen de kleuren die ontstaan als de kleuren geel en blauw licht worden gecombineerd. In het overgangsgebied is de kleur min of meer grijs. Dat betekent dat een oranje jas voor een ree groen, grijs lijkt. Reeën zullen dan ook niet gauw de bewegingen van mensen met oranje jassen zien en mensen met blauwe jassen aan des te beter.
De staafjes kunnen geen kleuren onderscheiden maar zijn erg licht gevoelig. Daarvan heeft een ree er meer als een mens daarom kan een ree veel beter in het donker waarnemen.
Uit onderzoek is gebleken dat bij veel onderzochte diersoorten de kegeltjes die blauw zien het meest voorkomen in het bovenste deel van het oog. Maar bij het ree schijnen de meeste in het onderste deel voor te komen.
Wat kan het voordeel zijn van blauw herkennen en het de 'vreemde' verdeling van de kegeltjes? We weten nu dat reeën alle tinten tussen groen en blauw zien. Geredeneerd vanuit de mens zeggen we dat een ree slecht ziet. Maar is dat voor het ree wel zo? Het ontbreken van één soort kegeltjes en de aanwezigheid van lichtgevoelige staafjes op het onderste deel vormen hoog waarschijnlijk een belangrijke combinatie dag en nacht heel goed bewegingen waar te nemen. Bewegingen van predatoren! Die gevoeligheid maakt het ook de stressgevoeligheid van reeën voor hoge dichtheden dieren en de werking van blauw reflecterende wildspiegels verklaarbaar. Reeën hebben super goede ogen om te overleven!