Tijdens het voorkomen van maaislachtoffers en zoeken naar reekalfjes ontstond het idee om de reekalfjes vanuit de lucht waar te nemen. In 2012 kwamen de eerste berichten dat anderen de ideeën hadden uitgewerkt en dat het zeker voor reekalveren werkt. In 2016 heeft KCR dit zelf in de praktijktoets mogen toetsen. Onze conclusie was; Geweldig maar er is nog veel te verbeteren willen we dit 'rendabel' in kunnen zetten!
Daarom organiseerde Kenniscentrum Reeën in vroege voorjaar 2017 een bijeenkomst voor haar volgers en andere geïnteresseerden.
Onderwerpen:
- Techniek en demonstraties - Roger Borre
- Toepassen en dienstverlening - Peter van den Brandhof
- Met reeën samenleven - Herzo van der Wal
De ongeveer zestig aanwezigen hebben toen gezien hoe het toepassen van drones in het bijzonder het vinden van beschermde wilde dieren zich heeft ontwikkeld. We hebben onder andere gezien hoe de jongen van de kwartelkoning zijn opgespoord. De kwartelkoning is naast dat ze vrij zeldzaam is, een kleine soort vogel. Andere dieren, nesten en verblijfplaatsen die we, door de beelden van de warmtebeeldcamera, zagen waren adder, kievit, grutto, tureluur, ganzen, damherten en wilde zwijnen.
Bevestigd werd dat deze kleine onbemande vliegtuigen helpen bij het efficiënt opsporen van dieren. Naast het monitoren en beschermen van weide- en akkervogels en het voorkomen van dood maaien van reekalfjes werd het schouwen van bermen en watergangen en het voorkomen van schade aan landbouwgewassen als inzet voor natuurdrones genoemd.
Erg interessant was ook de demonstratie van een drone die in een grote verrekijker-tas past. Wat een mogelijkheden!
Naast de mogelijkheden en de praktijkdemonstratie was er ook aandacht voor de kennis van en het vliegen met de drone in de natuur. Men dient op de hoogte te zijn van de regels rondom het betreden van terreinen en omgaan met beschermde planten en dieren. En sinds 1 januari 2021 te voldoen aan de europese regels inzake drone gebruik.
Foto: Dick Pasman
Tenslotte waren er diverse reacties ten aanzien van het breder en gezamenlijk inzetten van drones met warmtedetectie en andere sensoren. Wat de deelnemers wilden is dat mensen die werkzaamheden laten uitvoeren alle bedreigde diersoorten op kunnen sporen en in veiligheid brengen. En niet moeten hoeven te zeggen: "Weidevogelnesten? Nee dat kan mijn drone niet". Dat risico bestaat namelijk door de grote prijsverschillen tussen types drones met warmtebeeldsensor. Vanuit die gedachte lijkt het erop dat terrein beherende organisaties mensen die bereid zijn om te investeren in kennis en vaardigheden een drone met warmtedetectie moeten aanbieden.
Hoewel het primair gaat om de reeën of weidevogels is de conclusie dat als we dan toch investeren in deze techniek we het maar beter meteen goed kunnen doen. Dat wil zeggen onderzoek naar toepassen van drones in natuurbeheer steunen en collectief drones aanschaffen.
We lijken op weg naar een netwerk van natuurdrones en -piloten en een specialistische bedrijven op dit terrein. In dat kader is het goed te zien dat er diverse initiatieven lopen zoals het project: Weidevogeldrone en de bovenstaande Natuurdronelijst.
Al met al hebben de aanwezigen een leerzame bijeenkomst gehad met zeldzame beelden zowel qua mogelijkheden als waarnemingen. Zij kregen de gelegenheid om doelgericht kennis uit te wisselen met experts op het gebied van reeën opsporen met warmtedetectie. Daarmee is een voorbeeld gegeven hoe deze kennis uit te wisselen is met collega's en anderen. De sprekers waren en zijn bereid om hun verhaal uit te dragen. Zij richten zich met name op mensen die opdracht geven natuurontwikkeling te monitoren en percelen met natuurwaardes te beheren bijv. grondgebruikers, werkvoorbereiders, opzichters en toezichthouders in faunabeheer, groenbeheer en landschapsbeheer.
Graag zou Kenniscentrum Reeën met drones en vrijwilligers het beheer van randen, overhoeken en beheerweides willen monitoren op het gebruik als broedgelegenheid en onderkomen voor wilde dieren. Met als uiteindelijk doel het onderbouwd stimuleren van overjarig laten worden van grassen, kruiden en heesters. Dat is volgens ons erg belangrijk voor de instandhouding van insecten en hun larven en dus voor jonge vogels, amfibieën en reptielen. De vrijwilligers met drones helpen in dit concept natuurlijk ook om reekalfjes te zoeken in de te maaien delen van percelen.