Een solitaire boom kun je het best plaatsen op een markant punt in het landschap. Bijvoorbeeld bij perceelsgrenzen, overgangen tussen landschapstypen, midden in een weiland of akker of als markant element bij een boerderij.
Door vertrapping van de wortels, bodemverdichting en een concentratie van uitwerpselen hebben oudere bomen het nodige te lijden. Het is belangrijk ze te beschermen met een omrastering. Niet alleen vanwege de natuurwaarde, maar ook vanwege de betekenis van deze bomen voor de cultuurhistorie.
Beheer
Beheer van de solitaire boom bestaat vaak uit het beschermen tegen invloeden zoals verkeer, mensen en vee. Dat is veel minder intensief als je bij de selectie van de standplaats voldoende ruimte reserveert om de boom te laten groeien! Echter zijn er diverse factoren die maken dat een solitaire boom zich niet ontwikkeld als een boom. Dan helpt het om de boom richting te geven door snoeien. Naast het snoeien is de boomvorm van de soort essentieel voor het eindbeeld. De hoofdlijn is snoeien om de hoogte bereiken en snoeien om de kroon te vormen.
Om verticale groei te bevorderen kun je de zijtakken van onderaf verwijderen. Je boots daardoor de concurrentie van struiken en bomen in het bos na. Als het niet nodig is dan niet hoger als één derde van de boomhoogte. De stam van de boom wordt dikker en zal de relatief kleine wonden overgroeien.
Wees je bewust dat groei in de hoogte voor de boom zeker verloren gaat als er hoger gesnoeid wordt als de helft van de lengte van de boom. Beter is het dan een tak te veel laten zitten als één te weinig. Te hoog wegsnoeien van de onderste takken heeft als gevolg het stimuleren van concurrerende toppen en horizontale groei. De boom wordt breed en de zijtakken dik. Er ontstaat dan in het leven van de boom al heel vroeg een zware kroon. Een zware kroon betekent geen doorgaande stam en dikke zijtakken. Dikke zijtakken geven later grote snoeiwonden Het gevolg is veel onderhoud!
Beheer je bomen die wel te hoog zijn gesnoeid. Verwijder dan alleen met de top concurrerende takken. En kort eventueel sterke zijtakken tot max een derde in. Daardoor herstelt de lengte groei en kan de vorm bij nog niet volgroeide bomen terugkomen.
Beheer volgroeide bomen
- Zoek een goede boomverzorger.
- Leer mensen de herkomst van de solitaire boom. Particuliere eigenaren zien vaak het belang niet van een boom en dus ook niet van de boom met een verleden.
- Voer regelmatig controles uit, kijk dan ook of er niet aan de bast gevreten wordt, en of koeien die beschutting zoeken onder de boom de oppervlakkige wortels niet stuktrappen.
Vaak staat de volgroeide solitaire boom langs een weg, in een oprijlaan of bij een huis. Dan moet je geregeld inspecteren om te voorkomen dat er dode takken vallen. Let in droge zomers en na storm op de takoksels van zware zijtakken. Verse bastscheuren vormen een aanwijzing voor een aanstaande takbreuk. Bij solitaire bomen in landschap zoals in gras- of bouwland is veel minder intensief onderhoud nodig.
Beheer knotbomen
In de winter van het tweede jaar kun je het aantal topscheuten terugbrengen tot acht á 12 stuks. Dit heet het “stikken van de pruik”. Na drie tot vier jaar kun je de boom voor het eerst knotten.
Het knotten van wilg en populier dient iedere vier tot zes jaar te gebeuren. Een els knot je na iedere vijf tot zeven jaar en een es eens in de zeven tot tien jaar. Wanneer je te lang wacht met knotten, vergroot je de kans op watermerkziekte. Dit is een bacterie-infectie bij wilg en populier met als gevolg verwelking van één of meerdere zijtakken, verrotting van binnenuit en uiteindelijk totaal verval. Achterstallig onderhoud: kost veel tijd en moeite, dus stel knotten niet uit. Zaag de takken af op enkele centimeters van de aanhechting op de kruin. Dit geeft zeker uitlopers en minder kans op sterfte dan wanneer je direct op de kruin afzaagt. Bovendien geeft dit snel houvast voor vogels om hun nest te bouwen en blijft de knotboom langer gezond.
Het dikkere hout kun je gebruiken als stook- en gebruikshout. Met de dunne takken kun je een takkenhoop aanleggen voor amfibieën en kleine zoogdieren.
Het knotten van grienden gebeurt vaker dan bij 'gewone' knotbomen. Iedere drie jaar worden de als griend beheerde knotbomen afgezet. Zij kunnen aan de voet van knotbomen een verassende dekking en voedselbron voor reeën vormen voor dieren.