Een perceel met een éénjarige beheercyclus komt goed tot zijn recht als deze wordt ingezaaid met een bloemrijk mengsel van onder andere klaproos, korenbloem, erwten, boekweit, vlas, lupinen en kamille. Dan ontstaat een kruidig mengsel met een grote diversiteit waarvan reeën, vlinders, patrijzen en amfibieën profiteren. Een dergelijk wildmengsel is niet geschikt om over te rijden, bijvoorbeeld voor de afvoer van oogstproducten.
Een perceel met een meerjarige beheercyclus bevat soorten die terugkomen. Je kunt zo’n perceel dan ook enkele jaren als kruidige vegetatie behandelen. De planten zullen zich met eigen zaad in stand houden, zolang je maar niet maait voordat het zaad van de gewenste planten rijp is. Het eerste seizoen zullen de eenjarige en snelgroeiende soorten de boventoon voeren. Maar in de daaropvolgende jaren zal er meer balans komen in de soortensamenstelling. Door verschillen in grondsoort, waterhuishouding, beheer en het al dan niet berijden van de strook, zal het eindbeeld niet overal hetzelfde zijn. Wel zal er na een paar jaar verruiging optreden door concurrentie met van nature voorkomende soorten zoals grassen en ruigtekruiden.